Aan dit programma zijn gekoppeld de taakvelden:
0.5 Treasury
0.61 OZB Woningen,
0.62 OZB Niet-woningen,
0.64 Belastingen overig,
0.7 Algemene uitkering uit het gemeentefonds en overige uitkeringen
0.8 Overige baten en lasten; en
0.9 Vennootschapsbelasting (Vpb).
Treasury
Op het taakveld treasury worden de lasten en baten van de verschillende deelnemingen en de rekening bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVN) opgenomen, evenals de lasten en baten van de financieringsfunctie (rente aangetrokken geldleningen, ontvangen rente).
Dividenden
Aalsmeer ontvangt dividend van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Afvalsturing Friesland NV (Omrin), Stedin en De Meerlanden Holding NV.
Saldo financieringsfunctie
Dit saldo bevat het renteresultaat van de financieringsfunctie. Dit is het verschil tussen onze interne rentetoerekening (0,1%) en de werkelijke rentekosten. Het renteresultaat is voor 2025 afgerond € 0,065 miljoen positief.
In de paragraaf Financiering wordt nader ingegaan op de financieringsfunctie.
OZB woningen en niet-woningen
Onder de lasten zijn de kosten opgenomen die te maken hebben met de invordering van belastingen, het opleggen van aanslagen en de kosten voor de waardering van Wet waardering onroerende zaken (WOZ) objecten. Een deel van de invorderingskosten wordt terugontvangen door deze te verhalen.
De baten bestaan uit de onroerende zaak belastingen.
In de paragraaf lokale heffingen staat een nadere onderbouwing van de opbrengsten belastingen en heffingen en de verschillende tarieven.
Belastingen overig
Dit betreffen de opbrengsten uit de reclamebelasting en roerende zaakbelasting. Met de Kadernota 2025 is vastgesteld om de hondenbelasting vanaf 2025 af te schaffen.
De opbrengsten forensen- en (water)verblijfsbelasting, rioolheffing, afvalstoffenheffing en begraafrechten zijn geen onderdeel van dit programma, maar worden op de respectievelijke programma’s (3. Economie en duurzaamheid en 4. Openbare ruimte) verantwoord.
Algemene uitkering uit het gemeentefonds
In de raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is rekening gehouden met de financiële effecten uit de Kadernota 2025. Verder is ook de meicirculaire 2024 verwerkt in de ramingen voor 2025 tot en met 2028.
In bovenstaande cijfers is de impact van het zogenaamde ravijnjaar 2026 zichtbaar door een daling van de algemene uitkering in dat jaar met € 1,3 miljoen.
Overige baten en lasten
Onder de overige baten en lasten zijn bedragen opgenomen die niet verwerkt zijn in de programma’s, omdat deze vrijwel niet toe te delen zijn. Het meerjarig oplopende saldo hiervan wordt voornamelijk veroorzaakt door de reservering voor toekomstige loon- en prijsstijgingen, de stelpost behoedzaamheid en de stelpost nieuw beleid.
Voor de structurele ontwikkeling van lonen en prijzen is een stelpost opgenomen. De stelpost nominaal gaat uit van een trendmatige loonontwikkeling en een prijsontwikkeling voor de jaren 2026 en verder. Met deze trendmatige handelswijze wordt voorkomen dat jaarlijkse fluctuaties in de nominale ontwikkeling direct noodzaken tot begrotingsbijstellingen.
Met het besluit over de Kadernota 2025 en de meicirculaire 2024 is de stelpost nominaal weer aangevuld om verwachte toekomstige loon- en prijsstijgingen op te kunnen vangen.
Onderdeel van de overige lasten is ook de stelpost onvoorzien. Deze bedraagt in 2025 € 31.900.