3. Paragrafen

3.4 Financiering

In de wet Fido is een tweetal kwantitatieve normen opgenomen gericht op het bevorderen van een solide financiering en beperking van het renterisico: kasgeldlimiet en renterisiconorm

Kasgeldlimiet
De gemeente kan een financieringsbehoefte invullen met een langlopende- of een kortlopende lening. Een kortlopende lening heeft een looptijd korter dan één jaar. In het algemeen is de te betalen rente op een kortlopende lening lager dan die op een langlopende. Hierdoor zou een gemeente in de verleiding kunnen komen om een groot deel van de financieringsbehoefte met kort geld te financieren. Daaraan kleeft een risico: wanneer de rente op de kapitaalmarkt snel oploopt stijgen de financieringslasten van een gemeente snel die zij dan mogelijk binnen de begroting niet kan opvangen. Daarom is de kasgeldlimiet ingesteld. De kasgeldlimiet is de wettelijk bepaalde limiet voor de toegestane omvang van de netto vlottende (kortlopende) schuld per kwartaal.
Als deze limiet wordt overschreden kan de gemeente verplicht worden om een langlopende lening aan te trekken. Wanneer er sprake is van een structurele overschrijding van de limiet (een overschrijding van drie achtereenvolgende kwartalen) dient de provincie op de hoogte te worden gebracht en een herstelplan te worden opgestuurd.

De kasgeldlimiet wordt berekend als een vastgesteld percentage (8,5%) van het begrotingstotaal van de lasten. Het begrotingstotaal van Aalsmeer bedraagt € 107.249.000 (excl. mutaties reserves). Hiermee komt de kasgeldlimiet voor 2025 uit op € 9.116.165.

Renterisiconorm
Het renterisico is het risico dat de gemeente loopt in verband met contractueel overeengekomen wijzigingen van rentepercentages van aangetrokken en uitgezette langlopende leningen. Wettelijk is bepaald dat het renterisico dat op de vaste schuld wordt gelopen, de zogenoemde renterisiconorm, niet mag worden overschreden. De norm is ingesteld om te voorkomen dat in een jaar teveel langlopende leningen moeten worden afgelost waardoor grootschalige herfinanciering aan de orde is (met alle financiële risico’s van dien). De aflossing op de aangetrokken gelden mag in de komende jaren niet meer bedragen dan genoemd bedrag per jaar.
De renterisiconorm wordt berekend als een vastgesteld percentage (20%) van het begrotingstotaal van de lasten. Het renterisico wordt verkleind door aflossingen in de tijd te spreiden.
De renterisiconorm over 2025 bedraagt € 21.449.800.

Onderdeel van de berekening vormt het bedrag aan renteherziening. Dit betreft leningen waarbij op basis van de leningsvoorwaarden de rente door de tegenpartij eenzijdig kan worden herzien. Dit is voor Aalsmeer niet van toepassing. De leningenportefeuille bevat geen leningen met deze voorwaarde.

Deze pagina is gebouwd op 11/12/2024 13:25:16 met de export van 11/11/2024 08:09:57