3. Paragrafen

3.1 Lokale heffingen

Inkomsten lokale heffingen

In de volgende tabel zijn de geraamde inkomsten voor de belastingen en retributies opgenomen uit de primitieve begroting 2025, het geraamde bedrag van het vorig begrotingsjaar (2024) na wijziging en het gerealiseerde bedrag van het voorvorig begrotingsjaar (2023) opgenomen. Bij het bepalen van de opbrengsten 2025 is rekening gehouden met de in deze paragraaf opgenomen uitgangspunten.

bedrag x € 1.000

Werkelijk 2023

Begroting 2024 na wijziging

Begroting 2025

Belastingen

a. OZB-eigenaren woningen

6.153

6.339

6.669

b. OZB-eigenaren niet-woningen

3.792

4.514

5.047

c. OZB-gebruikers niet-woningen

2.819

3.255

3.628

d. Roerende zaak belasting

74

77

80

e. Forensenbelasting

80

91

94

f. Verblijfsbelasting

453

518

634

g. Waterverblijfsbelasting

116

143

415

h. Hondenbelasting

108

113

0

i. Reclamebelasting

107

111

115

j. Precariobelasting

22

20

21

Bestemmingsheffingen en retributies

k. Afvalstoffenheffing

4.265

4.572

5.263

l. Rioolheffing

3.010

3.142

3.283

m. Marktgeld

13

23

24

n. Lijkbezorgingsrechten

328

284

296

o. Onderhoudsrechten begraafplaats

264

254

265

p. Leges

5.066

3.040

2.041

Totaal belastingen en heffingen

26.670

26.497

27.875

De stijging van de belastingen in 2025 ten opzichte van 2024 is met name het gevolg van het optrekken van het tarief voor de OZB-niet woningen naar het regionaal gemiddelde, de gefaseerde omzetting van de OZB-niet woningen gebruikers naar niet-woningen eigenaren en de verhoging van de waterverblijfsbelasting in lijn met het eerder door de raad genomen besluit.

De daling van de bestemmingsheffingen en retributies is het gevolg van een daling van de legesinkomsten. Dit betreft met name de leges omgevingsvergunningen. Onder het sub leges verderop in deze paragraaf is toegelicht dat er nog een onderzoek loopt naar de kostendekkendheid ervan. Daarbij wordt ook de volledigheid van de raming van de inkomsten betrokken.

Grafiek 1: Inkomsten lokale heffingen uitgedrukt in percentages

De onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing vormen met 85,7% procent de opbrengst lokale heffingen.

Belastingdruk

De ontwikkeling van de woonlasten 2024 ten opzichte van de omringende gemeenten is nader toegelicht in hoofdstuk 3 Uitgangspunten van de Kadernota 2025. Daarnaast is de ontwikkeling van de lokale lasten ten opzichte van een aantal referentiegemeenten onderdeel van de paragraaf lokale heffingen van de jaarstukken. Inzicht in de lokale lastendruk 2024 in vergelijking met andere vergelijkbare gemeenten is ook mogelijk via Bijlagen 2024 en databestanden – COELO

In onderstaande tabel is de ontwikkeling van het totaal van de woonlasten 2024 van een aantal regiogemeenten opgenomen.

Woonlasten regio eigenaar/bewoner woning

2021

2022

2023

2024

Aalsmeer

898

919

1.030

1.089

Amstelveen

784

881

900

974

Amsterdam

761

837

921

944

Diemen

834

942

970

1.070

Haarlemmermeer

809

851

860

993

Ouder-Amstel

887

976

999

1.038

Uithoorn

858

952

992

1.066

Kaag en Braassem

954

1.037

1.082

1.152

Nieuwkoop

966

1.051

1.086

1.149

Uit de COELO-atlas 2024 blijkt dat de woonlasten van Aalsmeer, in verhouding met de overige gemeenten in Nederland, gelijk is gebleven. Aalsmeer staat op plek 269 1) van de 342 gemeenten in de ranglijst van de COELO-atlas. In de ranglijst van de COELO-atlas (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) heeft nummer 1 de laagste woonlasten.

Jaar

Plaats

Aantal gemeenten

(deelnemers COELO)

2024

269

342

2023

277

352

2022

190

349

2021

273

370

1) voor een woningeigenaar met een meerpersoonshuishouding. Voor een huurder met een meerpersoonshuishouden staat Aalsmeer op nr. 87 (van de 347).

De hoogte van de OZB (woningen), de afvalstoffenheffing en de rioolheffing tezamen, wordt geduid met het begrip “lokale lastendruk”. De lokale lastendruk wordt in Nederland door het COELO bijgehouden.
In onderstaande tabel is opgenomen hoe de lokale lastendruk zich in de periode 2021 tot en met 2025 heeft ontwikkeld voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde. De tariefsontwikkeling 2025 is de nadere uitwerking van de voorstellen zoals deze verderop paragraaf onder uitwerking kaders per heffing nader is toegelicht.

Soort lokale heffing

2021

2022

2023

2024

2025

OZB aanslag woning eigenaar

425

505

519

531

553

Rioolheffing eigenaar

174

177

181

188

196

Afvalstoffenheffing gebruiker

299

237

330

370

411

Woonlasten

898

919

1.030

1.089

1.160

Eenmalige belastingkorting voor huishoudens in 2022

-96

Woonlasten na belastingkorting

898

823

1.030

1.089

1.160

% toename t.o.v. vorig jaar

2,3%

n.v.t.

5,7%

6,5%

De lokale heffingen vormen een belangrijk bron van inkomsten en zijn onderdeel van de gemeentelijke beleidsvrijheid. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in heffingen waarbij de besteding van de opbrengsten vrij is (de zogenaamde belastingen) en heffingen waarvan de opbrengst gebonden is (zogenaamde heffingen en retributies).

In de begroting wordt een raming afgegeven van de verwachte opbrengst aan belastingen en heffingen, die berekend is op basis van de kadernota 2025 (uitgangspunten voor de tariefontwikkeling) en de begroting 2024 (bedragen). De definitieve vaststelling van de tarieven gebeurt echter niet bij de begroting, maar separaat bij raadsbesluit eind 2024, waar de belastingverordeningen 2025 worden vastgesteld.

De belangrijkste uitgangspunten voor het gemeentelijk tarievenbeleid zijn:

  • Het toepassen van een jaarlijkse indexering voor loon- en prijsontwikkeling, voor zover wettelijk toegestaan;
  • Het hanteren van maximaal kostendekkende tarieven;
  • Terughoudendheid ten aanzien van verhoging lokale lastendruk.

Indexering
De uitgangspunten, zoals vastgelegd in hoofdstuk 3 van de Kadernota 2025, zijn opgenomen in onderstaande tabel.

Indexatie (in percentage)

2025

2026

2027

2028

Heffingen (80% loon/ 20% prijs)

4,25

3,88

4,68

4,04

Inkomsten (belastingen, huren et cetera)

3,5

3,25

3,75

3,35

Besluitvorming over bovenstaande uitgangspunten heeft plaatsgevonden in de raadsvergadering van 4 juli 2024.

Voor de retributies zoals bouwleges, grafrechten, afvalstoffenheffing en rioolheffing wordt uitgegaan van kostendekkendheid.
Om de begrote opbrengsten te realiseren kunnen als gevolg van nadere preciseringen/ontwikkelingen nog kleine afwijkingen ontstaan in de nu vermelde tarieven.

Kostendekkende tarieven retributies
Uitgangspunt bij de retributies is maximaal 100% kostendekkendheid. Daarbij geldt dat voor alle kosten die we kunnen toerekenen dat ook doen.
In 2024 is daarnaast een nader onderzoek gestart naar de kostendekkendheid van de leges. Het onderzoek naar de rioolheffing en de afvalstoffenheffing is afgerond. De uitkomsten van de keuzes die daar zijn gemaakt zijn hieronder bij de uitwerking van de financiële kaders per belastingheffing opgenomen. Voor de leges burgerzaken, omgevingsvergunningen en APV volgt de uitkomst naar verwachting in de het voorstel bij de belastingverordeningen 2025.

Toerekening van kosten straatvegen en baggeren
Voor wat betreft de kosten van straatvegen en baggeren is een matrix opgesteld ter onderbouwing van het deel van de toe te rekenen kosten aan de rioolheffing en de afvalstoffenheffing.
Deze matrix is een handreiking van de VNG waarbij een beredeneerde inschatting is gemaakt van de toe te rekenen kosten in de Aalsmeerse situatie. Naar aanleiding van een extern onderzoek in 2021 naar de kostendekkendheid van tarieven (voortvloeiend uit de motie RAP-raad) is de matrix geactualiseerd en verder verfijnd.

Straatvegen

Activiteiten/Doelen

Schone Stad

Verkeersveiligheid

Meer huishoudelijk afval

Minder verstopping riolering

Totaal

zwerfvuil op verharding en in het groen

50%

40%

10%

100%

beheer afvalbakken

25%

75%

100%

mechanisch vegen (blad en zand)

10%

10%

80%

100%

onkruidbestrijding verharding

50%

50%

100%

meerkosten milieuvriendelijke onkruidbestrijding

100%

100%

hondenpoep

100%

100%

Dekking

Algemene middelen

Algemene middelen

Afvalstoffenheffing

Rioolheffing

Baggeren

Activiteiten/Doelen

Bevaarbaarheid

Milieu cq water- kwaliteit

Betere doorstroming oppervlaktewater

Effect op overstort, hemelwatertaak

Totaal

Baggerverwerking

10%

20%

30%

40%

100%

Sloot- en drijfvuil

20%

40%

40%

100%

Schouwwerk watergangen

20%

40%

40%

100%

Krooswerk

20%

40%

40%

100%

Dekking

Algemene middelen

Algemene middelen

Rioolheffing

Rioolheffing

Overhead
Voor het bepalen van kostendekkendheid van lokale heffingen moet extracomptabel overhead worden toegerekend. Conform de financiële verordening vindt toerekening van overhead plaats op basis van directe ambtelijke capaciteitsinzet. In programma 7 Overhead is de berekening van het overheadpercentage (2025: 58%) opgenomen.
Dit overheadpercentage wordt in alle kostenopstellingen voor tariefberekeningen gehanteerd. 

Deze pagina is gebouwd op 11/12/2024 13:25:16 met de export van 11/11/2024 08:09:57